“We wisten niet wat ons te wachten stond in Libanon”
Yeb-Jan Joustra ging als jonge jongen op missie naar Libanon. “We wisten toen echt niet wat ons te wachten stond.” Nu, 30 jaar na de terugkeer van de laatste veteranen uit Libanon, is Yeb-Jan voorzitter van de Nederlandse Unifil Vereniging.
“Tijdens de keuring voor militaire dienst in 1975 was ik 17 jaar oud. Nederland nam op dat moment niet deel aan een Internationale Vredesmacht. Een aantal jaren later, het was december 1980 vlak voor Kerst toen mijn compagniescommandant mij riep. Hij zei: ‘Joustra, tijdens je keuring heb je aangegeven dat als Nederland ooit zou deelnemen aan een Internationale Vredesmacht, je ‘ja’ zou zeggen. Het is zover! We hebben jou ook nodig. Je gaat op missie.’ Mijn ‘ja’ betekende voor mij dat ik er ook zeker het beste van wilde maken.
En anderen hadden nog nooit met een vliegtuig gevlogen. Vanaf Tel Aviv volgde een lange rit in vrachtwagens naar onze bestemming in Libanon. Wij realiseerden ons niet echt wat ons daar te wachten zou staan. Ongeacht of we er nu zelf voor gekozen hadden of als dienstplichtigen verplicht waren om te gaan. We hadden allen de taak om vrede en veiligheid terug te brengen in een voor ons vreemd land, Libanon.
Van tevoren wisten we weinig van de situatie in Libanon. Bar weinig zelfs. In die tijd waren er géén internet en géén mobiele telefoons. En hoe vertel je dan aan je ouders en je vriendin dat je ruim zes maanden op missie gaat? Beroepsmilitairen die het jaar ervoor in Libanon hadden gediend deelden zo goed mogelijk hun ervaringen met ons. Dat was onze voorbereiding op de missie. Een enkeling is later zelfs meerdere keren uitgezonden geweest.
We hebben zaken ervaren die ik nooit meer wil meemaken. Verdriet en ook pijn. We hebben met elkaar veel fantastische momenten beleefd. Vanuit de verschillende lichtingen en pelotons zijn we samen vertrokken, maar we zijn helaas niet allemaal heelhuids teruggekeerd. Sommigen van ons hebben het meest dierbare gegeven: hun leven. Helemaal als jonge jongens is dat heftig. We wisten zo weinig.
We zijn er ook geweest voor de Libanese bevolking. We hebben bijvoorbeeld een schooltje gebouwd. We gaven medische hulp aan de lokale bevolking en we namen praktische spullen mee uit Nederland voor de lokale bevolking. Die tijd in Libanon heeft ons gevormd. We hebben als jonge jongens belangrijke ervaringen opgedaan. Zoals bijvoorbeeld het hele simpele feit dat als je de kraan opendraait er gezond drinkwater is. Dat je je daarom elke dag kunt wassen en kunt douchen. Dat je de beschikking hebt over een toilet en dat je je daardoor al snel realiseert dat Nederland zo’n fantastisch land is. De missie heeft ons ervan bewust gemaakt dat vrede, veiligheid en vrijheid niet vanzelfsprekend zijn.”