Terug naar 20 jaar Veteranendag

Het verhaal van Roy Schuurmans: "In Rwanda leerde ik dat de geur van dood echt bestaat"

Leeswaarschuwing: (seksueel) geweld

“Mam, als je dit leest, zit ik in Rwanda.” Met dit briefje liet Roy Schuurmans dertig jaar geleden zijn moeder weten dat hij als geneeskundig korporaal was vertrokken naar Rwanda, waar hij in een vluchtelingenkamp humanitaire steun leverde. Het werd een missie die een grote indruk achterliet op Roy. In aanloop naar de 20e Nederlandse Veteranendag doet Roy zijn verhaal.

Zodra Roy oud genoeg was, sloot hij zich als ‘genezerik’ aan bij defensie. Hij werd uitgezonden naar Bosnië, waar hij in zijn ogen niet genoeg van betekenis kon zijn. Dat was anders in 1994, toen de genocide van de Hutu’s op de Tutsi’s begon in Rwanda. De Nederlandse regering besloot de humanitaire missie Provide Care op te starten om te ondersteunen in vluchtelingenkampen. De 21-jarige Roy besloot vrijwillig mee te gaan en vertrok. “We hadden vier dagen voorbereidingstijd en kregen te horen dat we ziek zouden worden en heel veel ellende zouden zien. Het bleek allemaal waar, maar als je daar landt dan besef je dat nog niet. Als je het vliegtuig uitstapt zijn alle kleuren en geuren anders. Eigenlijk heb je helemaal geen idee waar je terechtkomt,” vertelt Roy in de podcast Mee Op Missie.

‘Daar gaan je nekharen van overeind staan’
Roy Schuurmans

Roy werd ingedeeld bij een veldhospitaal. De ernst van de situatie werd hem al op de eerste dag duidelijk. Een arts vertelde hem dat iedereen in het vluchtelingenkamp zou overlijden. Het enige wat Roy kon doen, was de dood uitstellen, werd hem verteld. “Ik vind dat we allemaal te jong waren om dit soort dingen mee te maken. Toch zullen er mensen moeten zijn die anderen helpen. Maar dan moeten we ook accepteren dat we die mensen beschadigd terugkrijgen.”

De situatie in het vluchtelingenkamp was mensonterend. Er was veel onderling wantrouwen en geweld. Mensen deden bij het veldhospitaal alsof ze ziek waren om maar wat eten te krijgen. Ze gingen elkaar te lijf met kapmessen en ook moord en verkrachting waren aan de orde van de dag. Roy zag de gevolgen van dichtbij: “Soms is het echt waanzinnig wat je meemaakt. Dan kan je er niks tegenover zetten, omdat het nergens in de wereld normaal is. Wat wij gezien hebben, daar gaan je nekharen van overeind staan.”

Roy in het veldhospitaal

Terug in Nederland, ging Roy bij zijn moeder langs. “Mijn moeder zei dat er een aparte geur om me heen hing. De hond is gewoon een paar dagen niet bij mij in de buurt geweest. Op de tweede dag werd mijn tas met kleding bezorgd. Ik had een local een paar dollar gegeven, zodat alles gewassen en opgevouwen geleverd werd. Mijn moeder maakte de tas open en liep samen met mijn zusje kotsend de kamer uit. De hond liep piepend weg. Toen hebben we alles maar achterin de tuin in de hens gestoken. Dus ja, de geur van dood bestaat.”

‘Ik denk nog elke dag terug aan Rwanda’
Roy Schuurmans

Van de ruim honderdtien mensen die onderdeel waren van Provide Care, keerde een groot deel terug met mentale schade. “We hebben allemaal een flinke kras opgelopen, maar de een heeft geluk en kan er wat beter mee omgaan dan de ander.”  Roy had dit geluk en is na ruim dertig jaar nog steeds met bevlogenheid werkzaam bij defensie. Wel heeft de missie zijn mensbeeld onherroepelijk aangetast. Ook is hij niet snel meer van iets of iemand onder de indruk. Hij vertelt hierover in de mini-documentaire: “Het zit extreem in mij om anderen te willen helpen. Na Rwanda is dat nog extremer geworden, soms ook ten koste van mezelf. Ik denk er elke dag aan terug, want het is echt elke dag een onderdeel van mijn leven. Maar ik geniet daardoor niet minder van het leven. Zo zwart-wit is het niet.”

Zijn behulpzame karakter blijkt ook uit Roys inspanningen voor zijn kameraden en de gehele veteranengemeenschap. Toen hij op Veteranendag iedereen in verschillende oude polo’s zag lopen, besloot hij een officieel veteranentenue te laten ontwerpen. “Het jasje is voor iedereen hetzelfde, maar de voering kan iedereen heel persoonlijk maken. Aan de buitenkant zijn we allemaal hetzelfde, maar aan de binnenkant zijn we allemaal anders.”

Het vluchtelingenkamp in Rwanda

Roy besloot zelf Provide Care in zijn kraag te borduren; de missie die hij altijd bij zich draagt. Ondanks de heftige omstandigheden en de hoge pieken en dalen die hij meemaakte, blijft hij na dertig jaar vervuld van trots wanneer hij erover vertelt. Op Veteranendag 2018 kreeg hij de kans om deze bijzondere missie bij heel Nederland onder de aandacht te brengen: “Ik vind dat wij als Nederland trots mogen zijn dat we ook dit soort kleinere missies draaien. Dat we als Nederland laten zien dat we bepaalde dingen niet accepteren. Dat verhaal wordt nooit gedeeld en daar doen we onszelf tekort mee. We mogen laten zien dat we daar belangrijke en mooie dingen hebben gedaan.”