verhalen

Mee op Missie met Stephanie Verhoef: “Ik had van top tot teen scherven, verwondingen en botbreuken”

“Sport heeft me altijd aangetrokken, daarom wilde ik naar de Koninklijke Militaire Academie (KMA). Avontuur, bezig zijn, wel doorleren, maar niet alleen in de schoolbanken. Ik was 17 jaar toen ik daar begon en op mijn 21e ging ik voor het eerst op missie, naar Bosnië. Ik was stafofficier logistiek. Best een verantwoordelijke functie op die leeftijd. Over het algemeen was het een prettige missie. Als een van de weinige vrouwen daar viel ik wel op, maar dat heb ik niet als vervelend ervaren.”

“In maart 2009 vertrokken we met een logistieke club naar Tarin Kowt in Uruzgan. Ik probeer ook op missie zoveel mogelijk te sporten. Dat deed ik daar onder andere door rondjes hard te lopen binnen de muren van het kamp. Op een avond had ik er een paar kilometer op zitten. Ik stond voor het avondeten nog even onder de douche, toen ik een klap op mijn hoofd kreeg en een harde knal hoorde. Ik had geen idee wat er gebeurde. In eerste instantie dacht ik dat ik onder stroom stond, omdat ik overal tintelingen voelde. Ik had direct door dat ik snel weg moest wezen, maar ik was natuurlijk helemaal naakt en dacht: ‘Zo kan ik niet naar buiten!’”

“Er bleek een raket op die douchecabine te zijn gevallen. We waren daar op dat moment met vijf mensen. Een van hen heeft het niet overleefd. Ik was zwaargewond, had van top tot teen scherven, verwondingen en botbreuken. Achteraf bezien is het een wonder dat ik er nog ben, maar ik heb alles meegekregen en meegemaakt. Iemand die snel ter plaatse was, heeft me uit die douche geholpen en snel naar het hospitaal gebracht. Daar hebben ze gezorgd dat ik stabiel genoeg was om afgevoerd te worden naar het ziekenhuis in Kandahar. Daar hadden ze meer mogelijkheden voor operaties en behandelingen.”

“Het liefst was ik gebleven om mijn missie af te maken met de jongens. Een dag na de aanslag belde ik natuurlijk met mijn ouders, maar ook met mijn commandant. Ik probeerde hem ervan te overtuigen dat ik met alleen mijn linkerhand best nog wel dingen kon doen. Eenmaal in Nederland was mijn enige drive om zo snel mogelijk weer op de been te zijn en terug te kunnen. Mijn omgeving had wel door dat dat niet kon, maar ik wilde het zo graag afmaken en er voor die jongens zijn. Uiteindelijk heeft mijn revalidatie meerdere jaren geduurd. Ik ben nog wel naar Kreta geweest voor de adaptatie. Het was heel fijn om vanuit daar de reis terug naar Eindhoven met de jongens te maken en het in zekere zin af te ronden. Maar ik wilde ook heel graag terug naar Afghanistan om het echt af te sluiten.”

‘Achteraf bezien is het een wonder dat ik er nog ben’
Stephanie Verhoef

“Ik heb altijd de hoop gehad dat het goed kwam. Ik heb blijvende klachten, zowel fysiek als psychisch, maar daar leer ik mee omgaan. Hardlopen kan ik inmiddels met een speciale brace. Dat gaat soms goed, soms minder maar ik ben blij dat het weer kan. Alleen mijn droom om weer op hoge hakken te lopen, heb ik moeten laten varen.”

‘Onder begeleiding heb ik de avond van de aanslag herbeleefd’
Stephanie Verhoef

“In 2014 ben ik samen met de andere gewonden onder begeleiding van Defensie naar Afghanistan teruggegaan. De bedoeling was Tarin Kwot, maar het was daar zo onrustig dat het Kandahar werd. We hebben met een kleine ceremonie stilgestaan bij wat er is gebeurd. Ik heb een kaarsje gebrand, een foto van mezelf daar achtergelaten en een steen mee terug genomen. Onder begeleiding van een psycholoog heb ik de avond van de raketaanslag herbeleefd, door zoals toen een rondje hard te lopen en daarna te douchen in een vergelijkbare cabine. Dat was heel heftig, maar heeft me ook geholpen om verder te kunnen. Dat ik nog een keer kon douchen, zelf die douche uit kon zetten en beslissen: nu ga ik naar huis. Het was ook een goede afsluiting van mijn tijd als militair bij Defensie. Ik merkte daar dat, zelfs als het fysiek zou kunnen, het psychisch niet zou lukken nog een keer op uitzending goed te functioneren. Het hielp me te accepteren dat ik verder zou gaan als burger. Daar had ik heel erg tegenop gezien.”

“In 2014 heb ik ook meegedaan aan de eerste Invictus Games in Londen, fietsen en zwemmen. We hadden geen idee wat we moesten verwachten, maar het is zo’n fantastisch evenement. Voor iedereen wordt even hard geklapt, al kom je als laatste aan. Meedoen is belangrijker dan winnen. Want dat iemand de overkant haalt, is al een gouden medaille waard. Voor mij was het ook belangrijk voor de verwerking om met een groep gelijkgestemden ergens naartoe te werken. Dat mis ik van het op uitzending gaan. Ik ben in 2016 naar de Invictus games in Orlando geweest en in 2018 in Sydney. Dit jaar in Den Haag doe ik niet mee als sporter, maar zit in in de staf van het Nederlandse team, onder andere om familie te begeleiden.”

“Het is mooi dat familie er bij mag zijn tijdens de Invictus Games, want je verwondingen hebben ook invloed op hun levens. Ik zie dat bij mij thuis. Mijn zoontje van vier begint vragen te stellen: ‘Wat zijn dit voor littekens?’ ‘Waarom heb je dan zo’n gek been?’ Ik wil mijn kinderen niet bang maken met de angsten die ik heb. Soms heb ik daar geen controle over. Als ik ergens een harde knal hoor bijvoorbeeld, krijg ik een fysieke reactie. Dat zien zij ook en dat blijft lastig. Het is nooit klaar, maar het is nu onderdeel van wie ik ben en dat is ok.”

Podcast 'Mee op Missie'

Bekijk de podcast op YouTube of beluister de verhalen via Spotify, Apple Podcasts en alle andere podcast platforms.