"In uniform was ik man noch vrouw"
Sandra Keijer was Police Advisor in Afghanistan. Na 26 jaar ervaring bij de politie stapte ze over naar defensie. Ze werd benaderd door de Koninklijke Marechaussee die op zoek was naar vrouwen met veel operationele ervaring. ‘Ik heb aangegeven dat ik heel graag op uitzending wilde. Ik werk graag op het scherpst van de snede.’
Als klein meisje wilde Sandra al politieagente of helikopterpiloot bij defensie worden. Ze was sportief, wilde met mensen werken en iets bijdragen aan de maatschappij. Binnen de politie klom ze op tot commandant en werd benaderd door de Koninklijke Marechaussee. Zij zochten vrouwen met veel operationele ervaring voor hogere functies. Ze kreeg de functie brigadecommandant politie en veiligheid op Schiphol. ‘Ik heb meteen aangegeven dat ik graag op uitzending wilde. Daar werd toen verbaasd op gereageerd. Wist ik het wel zeker? Ik was toch al over de 40. Ik werk echter het liefst in moeilijke omstandigheden, op het scherpst van de snede.’
‘Voorafgaand aan mijn missie waren mensen sceptisch: ‘Ga jij als vrouw even die politiecommandanten vertellen wat ze moeten doen. Dat gaat natuurlijk niemand aannemen, áls je al binnenkomt.’ Ik wist ook niet hoe het zou vallen. Al mijn voorgangers waren mannen. Maar ik werd eigenlijk helemaal niet raar aangekeken als vrouwelijke commandant. Ik merkte wel dat als ik het uniform droeg, ik als een soort derde geslacht werd beschouwd, tussen een man en een vrouw in. Ik werd dan uitgenodigd om bij de mannen in plaats van de vrouwen te zitten bij het eten, wat ik niet deed trouwens.’ Sandra noemt de huidige situatie in Afghanistan hartverscheurend. ‘Die vrouwen hebben zo hard gestreden voor hun positie en zoveel opgeofferd. Ik heb enorm veel respect daarvoor. Dat je zo dwars wordt gezeten en toch blijft doorstrijden voor het grotere belang. Daar is nu weinig tot niets van over.’
Kennis, ervaring en senioriteit tonen blijkt heel belangrijk in de Afghaanse cultuur. ‘Als ik iets heb geleerd van mijn uitzending is het wel dat de wereld niet zwart-wit is. Ik noemde mijn 26 jaar politie ervaring en opende conferenties in de lokale taal Dari, wat vrij ongebruikelijk is daar. Dit maakte indruk en brak het ijs. Ik had ook een tolk natuurlijk, maar het is een teken van respect. Het is belangrijk dat je geaccepteerd wordt en dat je een relatie opbouwt zodat je samen dingen kan bereiken.’
‘Ik heb me eigenlijk nooit onveilig gevoeld, terwijl het een buitengewoon onveilige tijd was.
Op een gegeven moment was er concrete informatie dat er een aanslag gepleegd zou worden op de compound. De hele compound is toen geëvacueerd en naar het Nederlandse kamp gebracht. De militaire wereld is heel anders dan de VN waar ik voor werkte. De VN is ongewapend en ik droeg voor het eerst in mijn carrière geen wapen. Ik was wel doordrongen met het besef dat ik voor mijn eigen veiligheid moest zorgen en scherp moest blijven. Ook al sliep ik goed en was ik vrij ontspannen, in je onderbewustzijn is er altijd een knop die aanstaat. Mijn politieknop staat al jaren aan, maar dit was toch anders.’
‘Ik heb nog veel contact gehouden met mijn tolk. Toen hij werd bezocht door de Taliban heb ik hem via contacten op een tolkenlijst kunnen plaatsen. Toen hij en zijn gezin naar het vliegveld werden opgeroepen, is het nog heel lang spannend geweest of het zou lukken. We hebben die dag continu contact gehad. Je bent dan de reddingsboei voor een heel gezin. Ze leken er niet doorheen te komen en hebben het bijna opgegeven. Hij zei tegen zijn gezin: ‘Sandra zegt dat we moeten blijven, dus we blijven.’ Ze moesten nog wegrennen, omdat er geschoten werd. Uiteindelijk is het gelukt door de juiste linkjes te leggen met onze Nederlandse militairen. Ze hebben uiteindelijk 28 uur over de reis gedaan, met zeven kinderen onder de 16 jaar waaronder een baby van zes maanden. De neiging is om te zeggen dat ze dankbaar moeten zijn dat ze hier in veiligheid leven, maar het is ingewikkelder dan dat. Ze hebben alles achter moeten laten, ze hebben niets meer.’
Volgens Sandra heerst er nog steeds een verkeerd beeld van politie en defensie. ‘Dat gaat alleen maar over stoer en mannelijk zijn. Terwijl er enerzijds heel veel sterke en stoere vrouwen zijn en anderzijds mentale kracht ook zo essentieel is. We hebben alle genders nodig bij defensie om ons werk goed te kunnen doen. Mensen denken dat we alles voor elkaar hebben in Nederland, maar er zijn nog veel stappen te zetten.’