verhalen

Mee Op Missie met Emiel Jansen: "Plankgas uit het vuurgevecht"

Emiel was al eens op uitzending geweest in Bosnië als dienstplichtig militair, toen hij in 2004 als beroeps bij de Koninklijke Marechaussee (KMar) naar Irak ging. Een maand na aankomst in Camp Smitty werden Emiel en collega’s op pad gestuurd om een incident te onderzoeken waarbij een Irakees zwaar gewond was geraakt. De gebeurtenissen die daarop volgden, zouden zijn leven en dat van zijn naaste collega’s voorgoed veranderen. 

“Op 14 augustus verlieten we de poort om een buurtonderzoek te doen. Er was een schietincident geweest waarbij een Nederlandse militair betrokken was. Ter plaatse spraken we met bewoners en getuigen. Uiteindelijk bleek dat er sprake was geweest van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Er was een bruiloft geweest en daarbij werden naar lokaal gebruik vreugdeschoten gelost. Die ging niet alleen verticaal de lucht in maar ook horizontaal richting een aantal Nederlandse militairen. Tussen hen en de bruiloft in stond een vrachtwagen met pech en een aantal mensen die aan het helpen waren. De Nederlandse militair dacht dat ze beschoten werden vanaf die vrachtwagen en vuurde ‘terug’.”

Buurtonderzoek Ar Rumaytha
Buurtonderzoek na schietincident

“Het was inmiddels nacht en pikkedonker toen we het buurtonderzoek hadden afgerond en terugkeerden naar ons kamp. De verlichting aan de overkant van de brug was uit, maar dat was niet helemaal ongebruikelijk in Irak. In het centrum was het nog best druk geweest, maar zodra we de brug over waren was er opeens niemand meer op straat. Dat was gek, maar nog voordat we iets met dat besef konden, lagen we onder vuur. Ik zag vuurspoor, hoorde een geknetter en getik. Alsof iemand vuurwerk in onze auto had gegooid. ‘We worden beschoten!’ Toen was het plankgas en maken dat we wegkwamen.”

‘Ik zag dat ik niets meer voor hem kon betekenen’
Emiel Jansen

“Het vuur hield aan. We sloegen af richting een lokaal politiebureau waar we mee samenwerkten. We verwachtten dat het daar wel op zou houden. Niks was minder waar, we werden zelfs vanaf het dak van dat politiebureau beschoten. Een paar honderd meter verderop konden we niet meer verder, want we reden op onze velgen en de auto begon te roken. Over de porto had de chauffeur van het tweede voertuig laten weten dat zijn bijrijder – Jeroen Severs – geraakt was en hevig bloedde. Ik ben er meteen naartoe gelopen en zag gelijk dat ik helaas niets meer voor hem Jeroen kon betekenen.”

“We hebben meteen rondom beveiliging aangelegd en een collega ging op zoek naar verbinding. Onze porto’s hadden niet genoeg bereik en de draden van de satelliettelefoon op het dak van mijn voertuig waren doormidden geschoten. De collega zag in het tweede voertuig door het bloed van Jeroen heen een lampje knipperen. Voor emotie was op dat moment geen ruimte. We moesten handelen. Samen hebben we Jeroen overeind gezet, de telefoon schoongemaakt en de melding eruit kunnen doen. Dan is het afwachten geblazen en ben je blij als je op een gegeven moment twee apaches boven je hoofd hoort.”

Jeep na vuurgevecht

“Toen de eerste Quick Reaction Force (QRFF) van de Luchtmobiele Brigade bij ons aankwam, hoorden we weer gigantische schoten in de stad. Een andere QRF reed op dat moment ook in een hinderlaag. Ze raakten gewond, hun voertuig is volledig uitgebrand en een tijdlang wisten we niet waar ze waren. Ze hebben zich in eerste instantie verscholen midden in het dorp en zijn pas later met behulp van luchtsteun en zwaar materieel ontzet.”

“Jeroen moest in eerste instantie achterblijven, omdat er te weinig plek was in de voertuigen. Ze wilden dat wij hem zouden verstoppen in de greppel naast de weg en de volgende dag ophalen. Ik ben  boos over geworden samen met een collega: als hij blijft, blijf ik ook. We hebben zelf plaats gemaakt in ons voertuig door overbodig, onschadelijk materiaal eruit te gooien, zoals de enorme watervoorraad. Met Jeroen achterin zijn we in konvooi met oorlogsverlichting en een Apache boven ons teruggekeerd naart ons kamp.”

“Na een afscheidsceremonie op het kamp is Jeroen via Koeweit naar Nederland gevlogen. Ik bleef in eerste instantie in Irak om de missie af te maken en alles gezamenlijk te verwerken. Maar de ouders van Jeroen wilden graag dat alle betrokkenen op de begrafenis zouden zijn. Ik ben twee dagen in Nederland geweest. Terug in Irak was het wel even spannend, zeker de eerste keer de poort weer uit. Maar voor de verwerking was het goed. We hebben er het beste van proberen te maken en ook nog wel gelachen met elkaar gelukkig.”

“In de jaren erna heb ik het zwaar gehad door PTSS. Ik ben door een diep dal gegaan, maar ik ben er weer. In 2014 ben ik na een aantal jaren bij de KMar op Schiphol zelfs opnieuw op missie geweest, naar Mali. Ik wilde weten of ik het weer kon: militair zijn op missie. Dat bleek goed te kunnen. Bij terugkeer heb ik een terugval gehad. Dat kwam vooral doordat ik te snel weer aan het werk ging. In een paar weken had ik daar vervolgens vier ernstige incidenten, waaronder een verstekeling in het landingsgestel en iemand die uit het hotelraam was gesprongen. Ik heb weer EMDR-therapie gehad. Dat werkt bij mij supergoed. Ik merk dat veel collega’s met PTSS er niet over durven te praten. Maar ik zou willen zeggen: wees er open en eerlijk over als je dat kunt, want je krijgt zoveel meer begrip van je omgeving als je bijvoorbeeld een keer een kort lontje hebt. Mij heeft het in ieder geval erg geholpen.”

Emiel Jansen heeft samen met Jim de Koning een boek geschreven over zijn ervaringen op missie en daarna. Door zich kwetsbaar op te stellen wil hij het taboe dat op PTSS rust doorbreken en collega’s over de streep te halen erover te praten. Het boek is ook een eerbetoon aan wachtmeester Jeroen Severs die op 29-jarige leeftijd in Irak om het leven kwam.