verhalen

"Ik ben niet op mijn mondje gevallen en kan goed voor mezelf opkomen"

Als jonge vrouw werd Elsiera Wijnaldum op een vakantie in Miami gescout om model te worden, maar ze koos voor een opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening. Na haar opleiding en een stage met moeilijk opvoedbare jongeren koos zij echter voor het leger. Na bijna een kwart eeuw bij de krijgsmacht weet Wijnaldum dat je als zwarte vrouw stevig in je schoenen moet staan.

‘Op een ochtend kwam ik de crewroom binnen en liep naar het koffiezetapparaat. Er hing een poster met de aankondiging van het interne Sinterklaasfeest en tot mijn ontzetting zie ik daarop staan: ‘Met vragen kun je terecht bij coördinatie Piet sergeant Elsiera Wijnaldum’. Ik was woedend, waarom mij zo benoemen. Ook al wordt dit ieder jaar op deze manier gecommuniceerd, het voelde voor mij denk ik net wat anders. Ik weet dat dit een onderwerp is dat nog best wat discussie losmaakt, maar ik voelde mij erdoor gekwetst en ben meteen op onze squadron commandant afgestapt. Ik heb excuses geëist en erop gestaan dat alle posters onmiddellijk weggehaald werden. Het duurde even voor het kwartje bij iedereen viel. Maar toen onze commandant de heftigheid er eenmaal van voelde is vervolgens goed en adequaat gehandeld.’

‘Ik ben gelukkig niet op mijn mondje gevallen en weet hoe ik voor mezelf op moet komen. Maar het is ook tekenend voor onze samenleving en voor de krijgsmacht. Zoals mijn neef (Georginio Wijnaldum, red.) op zijn manier strijdt tegen racisme in en rondom de voetbalvelden, zo wil ik hier in deze omgeving mijn stem laten horen.’

‘Defensie is namelijk te mooi en te bijzonder om dat te laten gebeuren. Want ik voel mij hier juist ook thuis. Dit jaar vier ik mijn 24e ambtsjubileum. Als kind was ik al een Tomboy, ik hield van schieten. Toen ik in 1997 opkwam, ben ik begonnen als grondverdediging bij de Luchtmacht. Ik draaide mee in de bewaking van vliegveld Woensdrecht. Pas later ben ik omgeschoold naar personeelsbeleid en in 2011 ben ik op Gilze Rijen terechtgekomen bij ‘faciliteiten en ondersteuning’.’

‘In die hoedanigheid ben ik in 2010 vier en een halve maand (met ons squadron) op uitzending geweest naar Kandahar in Afghanistan. Dat was een mooie tijd. Bijzonder en op sommige momenten ook echt heftig. De speciale ceremonies voor omgekomen militairen hebben diepe indruk op mij gemaakt. Daarnaast liet ik als moeder mijn dochter (9) en zoon (6) bij mijn ouders en hun vader achter in Nederland. Ik weet nog dat ik het vertrek en het achterlaten van mijn kinderen hartverscheurend vond. Mijn vader zei: ‘hou je sterk, niet huilen.’ Onze terugkomst op vliegbasis Eindhoven was dan weer fantastisch mooi. Mijn dochter rende uit de wachtrij en brak door de lijnen heen en viel mij snikkend in de armen.’