verhalen

Het verhaal van Raymond van der Wee: 'Het is een symbool voor generaties veteranen'

De DAF YA 4442 viertonner loopt als een rode draad door het leven van Raymond van der Wee. Het was liefde op het eerste gezicht in de opleiding voor dienstplichtigen. ‘Ik kon lezen en schrijven met dat ding.’ Ruim 30 jaar later heeft hij zijn eigen UN- viertonner, richtte een stichting op voor het voertuig en schreef er een boek over. ‘Het is een symbool voor generaties veteranen.’

Rondom sneeuwkettingen leggen was in die tijd aan de orde van de dag. Door oefening en routine was dit samen met mijn buddy Timo op den duur binnen tien minuten gepiept.

Via een omweg belandde Raymond in mei 1993 bij Defensie. ‘Na het behalen van mijn gymnasiumdiploma ben ik biologie gaan studeren in Wageningen. In die jaren zat ik bij wijze van spreken meer in het café dan in de schoolbanken met als gevolg dat ik de studie moest verlaten zonder propedeuse. Kort daarop lag er een brief van de ministerie van Defensie op de mat: “je moet je dienstplicht nog vervullen”. Bij de keuring had ik al aangegeven dat ik wel een VN-dienst wilde draaien. Ik had geen zin om twaalf maanden schoenen te poetsen. In augustus 1993 vertrok ik met het 1(NL/BE) VN Transportbataljon naar het voormalige Joegoslavië.’

‘Ik had geen zin om twaalf maanden schoenen te poetsen’

‘Tijdens de missie heb ik mij op weinig momenten echt onveilig gevoeld. Op de compound zit je in een soort oase. Ook tijdens het transport kreeg ik maar weinig mee van wat er vooraan gebeurde want ik reed met mijn viertonner altijd midden in het konvooi. Toch waren er momenten dat we van dichtbij geconfronteerd werden met de gevolgen van het geweld. Eind oktober 1993 werd een peloton van het Transportbataljon zwaar onder vuur genomen vanuit een hinderlaag. Negen jongens raakten gewond, waarvan enkelen zwaargewond. We hebben toen een aantal weken stilgelegen omdat onze veiligheid niet meer gegarandeerd kon worden. Dat was wel een reality check. We waren er dan wel niet om te vechten, er kon je altijd iets overkomen.’

Wachtend na het lossen bij het troosteloze ziekenhuisje van Novi Travnik. Voorop een Scimitar van het Britse infanteriebataljon uit Vitez. De betrouwbare Britten waren bij ons geliefd als er pantserbegeleiding door hoog risico gebied nodig was.

‘Dat frustreerde enorm, want ondanks het gevaar wil je doorgaan met je werk. Je bent er niet om uit je neus te peuteren. Er is hulp nodig. We vervoerden vaak meel, maar in de winter ook brandhout, kacheltjes en dekens. Met de viertonners kwamen we in de kleinste dorpjes, die soms al maanden geen noodhulp hadden gehad. In een van die dorpjes kwam er een oud vrouwtje naar me toe en pakte mijn hand vast. Eerst dacht ik “wat moet dat mens van me?”. Vervolgens zei ze met waterige ogen “Hvala, Hvala”, wat dank je wel betekent in het Kroatisch. Dat blijft me voor altijd bij.’

‘We waren er dan wel niet om te vechten, er kon je altijd iets overkomen’

Zijn eerste ontmoeting met de viertonner herinnert Raymond zich nog goed. ‘Een paar maanden voor ik op moest komen had ik mijn B-rijbewijs gehaald en kreeg in de opleiding meteen een viertonner onder mijn kont. Dan voel je je meteen een hele Piet. Tijdens mijn missie heb ik enorm veel respect voor dat voertuig gekregen. Het heeft me nooit in de steek gelaten. Ik kon lezen en schrijven met dat ding.’

Mijn buddy Timo van der Zande (rechts) en ikzelf voor ‘onze’ 315. Na een half jaar lief en leed delen in Joego hebben we ruim dertig jaar later nog altijd goed contact.

‘Na de missie heb ik altijd in mijn achterhoofd gehouden om zelf een viertonner aan te schaffen. Vanaf 2000 ben ik actief op zoek gegaan via de veilingdienst van de Dienst Domeinen. Na een aantal keren te zijn overboden, was het in 2015 eindelijk raak. Ondanks dat ik het voertuig niet van tevoren had kunnen bekijken, bleek het gelukkig in een redelijk goede staat te zijn. Zelfs na jaren stilstand kreeg ik de motor nog diezelfde dag aan de praat. Een jaar later heb ik hem zelf wit gespoten en een witte huif laten namaken. Ik had nog nooit gespoten, dus na een aantal jaar begon de verf alweer los te laten. Een professionele spuitbeurt loopt echter al snel in de papieren.’

‘“Ik kon lezen en schrijven met dat ding.”’

Sinds een jaar of tien is Raymond actief bezig met zijn veteranenstatus. ‘In 2017 bestond het Transportbataljon 25 jaar. Ik heb toen meegeholpen met het organiseren van de reünie en het regelen van voertuigen, waaronder mijn eigen UN-viertonner. In die tijd wilden steeds meer veteranen mij geld schenken voor het onderhoud. Ik voelde me daar best ongemakkelijk bij, want het was gewoon mijn hobby. Daar hoef ik niet voor betaald te worden. Ik heb toen de Stichting UN-viertonner in het leven geroepen, zodat ik op een transparante manier donaties kan ontvangen en met de viertonner veteranenbijeenkomsten kan bezoeken. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in de publicatie van een boek over de viertonner. Met de donaties, de opbrengsten van het boek en wat eigen geld heb ik een professionele spuitbeurt kunnen financieren. Toen was de cirkel rond.’

Het opbouwen na de professionele spuitbeurt was een flinke klus. Maar nu kan hij er weer zeker dertig jaar tegen!

De VN-viertonner van Raymond vormt een belangrijk verbindingsmiddel voor de veteranenvereniging Veteranen 1 (NL/BE) VN Transportbataljon. ‘Bij reünies van de vereniging probeer ik zo veel mogelijk veteranen de gelegenheid te geven om een rondje te rijden. Maar ook heb ik met de viertonner twee keer een uitvaart ondersteund. De laatste keer was van een maat van mij, die ook lid was van het Transportbataljon. Ik heb toen de kist naar het crematorium gereden, met zijn zoon naast me. Op zo’n moment komen de kernwaardes van de vereniging terug in mijn viertonner: Verbinden, Herdenken en Zorgen.’

‘Als ik er nu over spreek, word ik weer emotioneel’

‘Tijdens de Nederlandse Veteranendag 2014 liep ik voor het eerst mee in het defilé met het detachement van de vereniging. Er werd mij op het hart gedrukt om in het midden van het detachement te gaan lopen. Mocht het te veel worden, dan heb je altijd je maten aan beide zijden. In eerste instantie dacht ik: “hoezo te veel?”. Maar het was zó indrukwekkend. Hordes mensen die voor je klappen, de koning die je groet. Toen we terugkeerden op het Malieveld moest ik er echt van bijkomen. Als ik er nu over spreek, word ik weer emotioneel.’

Een trotse Raymond van der Wee met zijn boek over de DAF YA 4440/YA 4442 viertonner. Op de achtergrond zijn eigen ‘tonner’ die zoveel mogelijk in originele UN uitvoering gebracht werd.