verhalen

Het verhaal van Gusto Hetharie: 'Elk jaar denk ik tijdens Veteranendag terug aan mijn vader'

Gusto Hetharie is trots op zijn identiteit als Molukker. “Ik loop sinds een aantal jaren met de Identiteitsgroep Molukkers bij de Krijgsmacht in het defilé mee. Wij zijn op en top militair en herkenbaar aan ons tenue: een rode polo en een khaki broek. Zo zijn we niet te missen. Als tweede generatie Molukker heb ik een taak, namelijk het eren, respecteren en herdenken van de eerste generatie Molukse militairen. Het heeft te lang geduurd voordat zij hun veteranenstatus kregen.”

‘Zijn militaire kledingkist met groene baret stond altijd klaar.’

Een van de redenen dat Gusto zich inzet voor de Identiteitsgroep, is zijn vader. “Hij was Commando 1e klas in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) in de speciale eenheid van Raymond Westerling. De kapitein wordt inmiddels verguisd. Maar over zijn tijd als KNIL-militair vertelde mijn vader niets. Na de onafhankelijkheid van Indonesië kwam mijn vader net als veel andere militairen in Nederland aan. Daar kreeg hij te horen dat het klaar was en dat zijn diensten als soldaat niet meer nodig waren. Geen soldij, aan hun lot overgelaten. Dit was zwaar voor hem. Hij heeft lang gedacht dat hij zou terugkeren. Zijn militaire kledingkist met groene baret stond altijd klaar.” 

In navolging van zijn vader werd Gusto ook militair. “Ik heb 36 jaar bij de Koninklijke Marechaussee (KMar) gediend. Daarvoor heb ik bij de Koninklijke Landmacht gezeten, maar het werk van de KMar sprak me het meest aan. Ik heb gediend in de Sinaï (1992), twee keer in Bosnië (1998 en 2001), in Soedan (2006) en in Irak (2003). Tijdens mijn missies heb ik collega-politieagenten gemonitord en hen opgeleid. Het was avontuurlijk en het dienen heeft mij als persoon sterker gemaakt. Het leert je dat we het in Nederland goed hebben.”

‘Als je dan in het tentenkamp aankwam, dan lichtten hun gezichten op’

“Wat me het meest is bijgebleven van mijn missies, waren de kinderen in de witte VN-tentenkampen in Soedan. Ze waren al zo blij met iets heel kleins. Als je dan in het tentenkamp aankwam, dan lichtten hun gezichten op. We zaten daar in 2006 en nu is het opnieuw kommer en kwel. Als ik daaraan denk, vraag ik me wel af wat we daar als VN hebben gedaan. Wat hebben die missies gebracht? Tijdelijke pleisters. Je doet waar je voor bent opgeleid en je gaat weg. Je hoopt dat het dan goed gaat en blijft.” 

Inmiddels is Gusto afgezwaaid, maar hij zit niet stil. “Ik ben vrijwilliger bij Museum Bronbeek. Daar breng ik KNIL-militairen aan de hand van hun militaire bewijzen in kaart. Daarin staat hoe ze eruit zagen, maar ook welke stappen ze in hun militaire carrière hebben doorlopen. Tijdens het verwerken van de gegevens kwam ik alleen Nederlandse of Nederlands-Indische namen tegen. Er zat geen enkele Molukse naam tussen. Bij navraag bleek dat de administratie van Molukse KNIL-militairen weg was. Het is er niet of het ligt ergens in een archief in Jakarta. Dit is toch raar. Ik wil de onderste steen boven halen, desnoods vlieg ik naar Indonesië om het archief te zoeken.”

‘We eren de eerste generatie Molukse veteranen’

Jaarlijks is hij te vinden op de Nederlandse Veteranendag en loopt hij in het defilé met de Identiteitsgroep Molukkers bij de Krijgsmacht mee. “Voor het overlijden van mijn vader liepen we samen met mijn zwager in het defilé. Wij duwden om en om zijn rolstoel voort. Het was heel bijzonder. Sinds vijf jaar loopt hij niet meer mee, dus Veteranendag is altijd een emotionele dag voor mij. Maar hij kijkt van boven toe en dat maakt me trots. Daarom lopen we mee: we eren de eerste generatie Molukse veteranen.”