"Don't cry, man up"
Afghanistan-veteraan Anton staat ook wel bekend als de Barefoot Dutchman. Die naam dankt hij aan de wandeltochten die hij de afgelopen jaren op blote voeten maakte. Om zichzelf uit te dagen en aan zijn eigen mentale gezondheid te werken, maar ook om aandacht te vragen voor mentale gezondheid in het algemeen en van mannen in het bijzonder: ‘Je kunt lachen alsof er niks aan de hand is terwijl het aan de binnenkant helemaal aan diggelen ligt.’
‘Ik zou na de middelbare school in Goes naar de Verenigde Staten gaan, om American football te spelen. Dat was mijn grote droom sinds ik bij de Middelburg Mustangs speelde. Vlak voor vertrek ging het bedrijf van mijn vader failliet. We raakten alles kwijt. Huis, auto, alles. Ik besloot geld te gaan verdienen. Mijn broer zat al bij Defensie en dat leek me wel wat: ik kon toch op reis en op avontuur, en werd er nog voor betaald ook. Zo zag ik dat toen echt. Dat coniferenpak aan en gaan.’
Op uitzending
‘De eerste keer op uitzending was best spannend. Je weet niet wat er gaat gebeuren. Je gaat naar een een land waar niemand anders heen gaat. Maar ik had niet het idee dat ik naar een oorlog ging en de mensen om me heen vonden het spannender dan ik. Op weg naar het uitzwaaien op vliegveld Eindhoven was iedereen in de auto stil.’
‘Mijn eerste uitzending ging naar Kaboel, Afghanistan. Ik had een rugblessure, mocht geen infanteriewerk doen en kwam in de logistieke ondersteuning van het Korps Commandotroepen (KCT) terecht. Dat was supertof, maar ik werd niet geprikkeld zoals ik wilde. Mijn maten kwamen terug uit Uruzgan en ik merkte dat zij deden wat ik ook wilde doen. Toen ik weer infanteriewerk mocht doen heb ik meteen gesolliciteerd. Mijn tweede uitzending ging naar Uruzgan. Die missie bracht meer van waar ik voor bij defensie was gekomen. De poort uit. Voetpatrouilles. Dat was wat ik wilde.’
Veredelde bodyguards
‘Bij het KCT in Roosendaal waren ze in die tijd superdruk. Er kwam een opdracht van het NSHQ [red. NATO Special Operations Headquarters] om het special forces hoofdkwartier in Kaboel te beveiligen. Eigenlijk hadden ze daar in Roosendaal geen mensen voor. Ik was net terug uit Uruzgan, had infanterie-ervaring en ben toen snel opgeleid voor die opdracht. We kregen het neusje van de zalm met de leukste delen van de opleiding in een half jaar mee. Toen vertrok ik weer naar Kaboel om als een veredelde bodyguard te functioneren en bijvoorbeeld high ranking officers rond te rijden.’
Aanslag
‘We stonden op zondagen in de beveiliging bij de shura, een overleg met stamhoofden. Op donderdagen deden niet wij maar het Afghaanse leger de beveiliging van die bijeenkomsten. Er was al twee weken achter elkaar een bomaanslag geweest op donderdag. Uit paniek vroegen de Afghanen ons om er de volgende keer bij te komen: ze hadden niet genoeg mensen meer over. De volgende donderdag stonden wij er en ging er weer een bom af, in een straat achter ons. We hadden puur geluk: er was waarschijnlijk iets misgegaan bij het aantrekken van die bomgordel. Anders had ik hier nu waarschijnlijk niet gezeten. Ik denk er best veel aan terug, maar niet in negatieve zin. Het is onderdeel van mijn leven en heeft me gevormd. Ik besef extra dat we ons gelukkig mogen prijzen: het kan in een seconde voorbij zijn. Live life to the fullest.’
Alles verkocht
‘Na tien jaar heb ik Defensie verlaten. De uitdaging was eruit. Ik had alles: een eigen huis, twee auto’s, verzin het maar. In Nederland leef je om te werken, om aan de standaard te voldoen. Dat wilde ik niet. Ik besloot alles te verkopen tot ik alleen nog maar een backpack had om op reis te gaan. Ik ging naar Australië, en daar vond ik het eerste jaar meteen alles wat ik voor ogen had. Het ging goed totdat ik in een relatie kwam. Toen kwam alles naar voren wat ik al jaren had weggestopt en waar ik aan had moeten werken.’
Depressie
‘MIjn relatie ging uit. Zat ik daar met heartbreak en een baan in de bouw waar ik in vast dacht te zitten vanwege een restschuld in Nederland. Ik kreeg paniekaanvallen, huilen uit het niets. Dat is op een bouwplaats niet handig, dus ik ging niet meer werken. In een van de duurste steden ter wereld gaat dat niet. Ik kwam in een hostelkamer terecht met 5 jonge gasten. Ik was toen 31 jaar en gleed in dat stapelbedje vrij rap af in een depressie.’
Herstel
‘Als soldaat leef je een doelgedreven leven. Nu zat ik met niks en niemand aan de andere kant van de wereld. Ik wist niet wie ik was zonder dat coniferenpak. Ik wist wel: als ik zo doorga, verandert er niets. Ik moest andere keuzes maken. Ik had nog een hele goeie vriendin en zij zat helemaal in de mental health. Dat was absoluut niet mijn ding, maar ik ging toch een keer mee. Ik kreeg twee handvatten, een boek en een meditatie-app, en ging aan de slag. Ik dacht steeds langer niet aan mijn eigen sores. Er volgde een lang en mooi proces van zelfontdekking met vallen en opstaan. Ik pakte alles aan maar het belangrijkste wat ik leerde, is praten. Dat wordt ons afgeleerd, mensen in het algemeen, maar mannen in het bijzonder: don’t cry, man up. Dat is zo gevaarlijk.’
Praten
‘Praten is gezond, hoe meer je praat hoe meer je merkt: ik ben hier niet alleen in. Als je alles voor jezelf houdt, worden je problemen groter en de oplossingen kleiner. Want je hebt alleen nog maar het gesprek met jezelf en je krijgt steeds hetzelfde antwoord. Praten met anderen kan je perspectief verbreden en begeleiden naar een uitkomst. We doen dit leven allemaal voor de eerste keer dus we hebben niet overal zelf het antwoord op. Het heeft niks met man zijn of vrouw zijn te maken. We zijn allemaal mensen en we hebben emoties. Je kunt gewoon bier drinken en aan je auto sleutelen en ook zeggen: ik heb hier last van en ik heb hulp nodig.’
Barefoot Dutchman
‘Ik wist uit mijn trainingen bij defensie: als je begint met klagen, zit je nog maar op 10% van wat je werkelijk kan. Ik wilde iets doen om een goed voorbeeld te geven. Dat mensen denken: als hij het kan kan ik het ook. Ik besloot op mijn blote kakken naar het basecamp van Mount Everest te lopen. Om zelf weer de kracht te voelen en geld in te zamelen voor de mensen daar die net een aardbeving voor de kiezen hadden gekregen. Zo is de Barefoot Dutchman geboren. Ik merkte dat ik mijn voeten kon gebruiken om aandacht te krijgen en besloot om een tocht te maken die geheel in het teken stond van mentale gezondheid. Het werden 3019 km dwars door Australië.’
‘Met een kar vol proviand en mijn tentje ging ik op pad. Wandelen langs rottende kangarookarkassen en kamperen tussen de krokodillen. De eerste 2000 km ging het over snikhete, scherpe asfaltwegen. Alsof je over lego loopt. De zenuwuiteinden van je voeten gaan zo’n pijn doen. Maar aan de buitenkant zag je eigenlijk niks. Zo werden mijn voeten symbool van mentale gezondheid: je ziet aan buitenkant niet dat het van binnen niet goed zit. Je kunt lachen alsof er niks aan de hand is, terwijl het aan de binnenkant helemaal aan diggelen ligt.’
Terugkeer
‘Na zes maanden lopen kwam ik thuis in een leeg huis. ik belandde in hetzelfde zwarte gat als na defensie. Dat ik me daarop had voorbereid, maakte het niet minder. Op de tweede dag van mijn terugkomst kreeg ik tot overmaat van ramp een brief van Australische overheid dat mijn visum niet werd verlengd Ik moest het land in 28 dagen verlaten. Ik heb toen bewust gekozen om de pijn te doorvoelen en me niet te laten afleiden. Des te sneller kon ik me weer focussen op het positieve. Zo is het leven, van high naar low en weer terug. Hoe meer je dat accepteert en hoe meer tools je ontwikkelt om ermee om te gaan, des te beter gaat het je af.’
Knop om
‘Oude maten reageren verschillend op me. Sommigen noemen me wappie en zwever, maar achteraf komen ze wel naar me toe voor tips. Er wordt je bij Defensie goed geleerd om de knop uit te zetten en dat heeft een functie in je werk. Je moet die knop op een gegeven moment wel weer aan kunnen zetten. Dat gebeurt vaak niet en dan gaat het fout. Bij Defensie zien ze dat tegenwoordig ook en is er gelukkig ook een ontwikkeling gaande op dat gebied.’
Tegenwoordig geeft Anton adem workshops en is in te huren als motivational speaker. Over zijn ervaringen bij Defensie en zijn voettochten schreef Anton het boek The Barefoot Dutchman.