Terug naar 20 jaar Veteranendag

Het verhaal van Sandra Keijer: “Als je jezelf bent, werk je het beste, ook bij Defensie”

Sandra Keijer koos bewust voor een ‘mannelijk beroep’, maar leerde het belang van vrouwelijkheid en diversiteit kennen binnen Defensie, de politie en de samenleving. Na een lange politiecarrière, maakte ze de overstap naar de Koninklijke Marechaussee. Ze reist de wereld over voor VN-missies en maakt zich hard voor de positie van gemarginaliseerde groepen.

Sandra Keijer is altijd geïnteresseerd geweest in andere culturen. Toen ze, na 22 jaar bij de politie gewerkt te hebben, werd benaderd om naar de Koninklijke Marechaussee over te stappen, was de keuze dan ook snel gemaakt. Ze werd vanuit de VN als politieadviseur uitgezonden naar Afghanistan. “Ik liep al jaren met een wapen op mijn rechterheup, dus ik moest even wennen aan het idee dat ik daar ongewapend zou zijn. Uiteindelijk ervaarde ik dat dat juist goed werkte. Natuurlijk loop je risico, maar de mensen weten ook dat je ongewapend bent. Dan kom je heel anders binnen en maak je veel makkelijker contact.”

Sandra Keijer in Afghanistan met twee Afghaanse vrouwen op Internationale Vrouwendag

Dat Sandra als vrouw in het uniform zat, was in eerste instantie wel wennen voor een deel van de Afghaanse bevolking. “Als je in het uniform loopt, zien ze je als mannelijk, omdat Defensie vooral met mannen geassocieerd wordt. Maar het is niet zwart-wit, als ik vertelde dat ik ruim ervaring had in het politievak, gingen ze rechtop zitten en toonden ze respect. Dat ging veel soepeler dan ik vooraf dacht.”

‘Vrouwen kregen vaak geen salaris en mochten geen uniform aan, maar ik zag ook hoeveel ze bereikt hadden.’
Sandra Keijer

Sandra merkte dat Afghaanse vrouwen haar door haar functie als rolmodel zagen. “Ik zag veel overeenkomsten met de politievrouwen uit Afghanistan. Je wordt niet altijd serieus genomen, terwijl je wel veel te brengen hebt. Zij kregen vaak geen salaris en mochten geen uniform aan, maar ik zag ook hoeveel ze bereikt hadden.”

Sandra (midden) schuwt geen gesprek met een politiehoofd in Afrika.

Tot op de dag van vandaag voelt Sandra een diepe band met Afghanistan. Dat Kabul in 2021 viel, deed haar dan ook veel verdriet. Met veel moeite kon ze een bevriende tolk met zijn vrouw en zeven kinderen naar Nederland halen. Ze vertelt hierover in de mini-documentaire: “Het was erop of eronder. Het was een helse tocht naar het vliegveld. Dan merk je hoe fragiel je vrijheid en veiligheid is. Het heeft een relatief ‘happy end’ gekregen, maar ze hebben wel alles moeten achterlaten en zijn alles kwijtgeraakt. Ik zal dat nooit meer vergeten.”

Sandra reist voor Defensie nog steeds de hele wereld over om de verschillende  VN-vredesmissies te bezoeken. Ze houdt een kritische blik op deze missies en ziet ze hoe deze ondersteuning zich ontwikkelt. “Het is vooral een belangrijke voorwaarde om met het land zelf een missie vorm te geven. Veel Afrikaanse landen leveren nu bijdrages aan de VN-missies op hun eigen continent. Dat is heel mooi om te zien.”

Binnen deze missies ziet ze hoe ver wereldvrede nog van de realiteit verwijderd is. “Het is tijd voor vrouwelijk leiderschap op het wereldtoneel. Sommige mensen hebben een hekel aan die term, maar de wereld moet kennismaken met de belangrijke elementen van vrouwelijk leiderschap, waarbij het gaat om verbinding in plaats van machtsstrijd. Ook mannen kunnen vrouwelijk leiderschap vertonen.”

Binnen Defensie zet Sandra zich in voor het belang van diversiteit. “Het is belangrijk dat Defensie er ook is voor mensen die gemarginaliseerd zijn. Vrijheid, veiligheid en vrede is er ook voor hen. Omdat ik vrouw ben, is dat in mijn loopbaan belangrijk, maar diversiteit is ook belangrijk voor mensen van kleur, de LGBTIQA+-gemeenschap en mensen met een beperking. Als je jezelf bent, werk je het beste, dus het is belangrijk dat dat kan. Meer diversiteit zou Defensie echt verbeteren.”

Deze oproep tot diversiteit bij Defensie, zal Sandra ook meenemen naar de Nederlandse Veteranendag 2024, waar ze te gast is in de Koninklijke Schouwburg. Hoewel ze nooit een gevechtsfunctie heeft gehad, verwacht ze zich daar op haar plek te voelen. “Ik voel me wel veteraan. We zijn allemaal bereid om een stap extra te zetten om iets bij te dragen. Hoe verschillend je ook bent, daar vind je elkaar.”