Het verhaal van Martin van Velzen: "De tijd die je thuis mist, haal je nooit meer in"
Defensie loopt als een rode draad door het leven van Martin van Velzen. Met een vader bij de Koninklijke Marine, werd het hem al vroeg met de paplepel ingegoten. Hij trad in diens voetsporen en werd als technicus bij de Koninklijke Luchtmacht vijf keer naar Afghanistan en twee keer naar Mali uitgezonden. Nu is hij hard op weg om zijn vaders militaire loopbaan van 34 jaar te overtreffen: “Geloof me, daar ga ik overheen.”
Martin was bij Defensie verantwoordelijk voor het onderhoud en gereedmaken van de gevechtshelikopters. Hij vloog zelf niet mee, maar voelde zich wel een volwaardig onderdeel van het team dat continu op scherp stond om vuursteun te leveren. “Je bent de laatste die de piloten aankijkt en spreekt en je bent de eerste die ze opvangt. Je bent verantwoordelijk voor hun veiligheid.”
Hoewel Martin vaak naar Afghanistan werd uitgezonden, was het elke keer weer anders. Met name de uitzending in 2006 is hem bijgebleven vanwege de tientallen raketinslagen. ”Waar ik toen niet zo op voorbereid was, was dat we gelijk werden geconfronteerd met slachtoffers uit andere landen die daar ook op missie waren. Dan word je wel met je neus op de feiten gedrukt dat het oorlog is.”
In 2007 was Martin weer ‘aan de beurt’. Hij vertrok naar Uruzgan en liet zijn vrouw, zijn dochter van drie maanden en zoon van twee jaar thuis achter. Achteraf bleek dit de aanloop naar een van de zwaarste jaren in zijn leven. Doordat hij zo lang en vaak van huis was, kwam zijn relatie onder hoogspanning te staan. “Alle aandacht gaat naar de militair en niet naar het thuisfront. Voor mij staat thuis stil, maar thuis tikt de tijd door. En die tijd haal je nooit meer in.”
De angst om zijn gezin te verliezen had ook invloed op Martins werk. Zo vergat hij de veiligheidspin uit de wapenuitrusting van een helikopter te halen, een fout die noodlottige consequenties had kunnen hebben. Deze gevolgen bleven gelukkig beperkt, maar in overleg met Defensie maakte hij de keuze om voortijdig terug te keren naar Nederland om bij zijn gezin te zijn. Uiteindelijk bleef hij vijf dagen weg, waarvan hij slechts één dag thuis bij zijn familie was. “Als het thuis niet goed zit, zit het qua functie-uitvoering ook niet goed. Thuis zijn wij met goede begeleiding tot de kern gekomen en zijn we tot de conclusie gekomen dat ik mijn missie moest afmaken. Voor heel veel mensen is dat misschien niet te begrijpen, maar ik wilde ook terug,” vertelt hij in de podcast Mee Op Missie.
Het bleek een goede keuze, want bij terugkomst werd Martin met open armen ontvangen door zijn kameraden. “Dat heeft me enorm veel goed gedaan en heeft me veel kracht gegeven. Ik heb de missie af kunnen maken en dat is wat ik moest doen.”
Bij thuiskomst begon echter het verwerkingsproces. Martin kampte met angsten en moest hard werken om zijn relatie met het gezin weer te versterken. “De angsten die je hebt moet je toch in de ogen aankijken. Als dat lukt kan je voorwaarts en dat heeft me gebracht waar ik nu ben. Ik heb toch weer missies kunnen draaien en ben nog steeds getrouwd”, vertelt Martin trots in de mini-documentaire.
Dat de band met zijn familie weer sterker is dan ooit, bleek ook op de Nederlandse Veteranendag in 2012. Emy, het elfjarige nichtje van Martin, won een gedichtenwedstrijd op haar basisschool en droeg een zelfgeschreven gedicht voor tijdens de openingsceremonie in de Ridderzaal. Als trotse oom begeleidde Martin haar naar het podium, ten overstaan van de Koning en de minister van Defensie. “Ik had voor ogen dat ik gewoon in mijn burgerkloffie naar het podium zou lopen, maar niks daarvan. Je moet er daar op en top uitzien als veteraan. Als je zo Veteranendag meemaakt en met haar daar zit doet dat je veel. Zo sta je er normaal niet bij stil.”