verhalen

“Revalidatie is ook topsport”

Na een periode van in totaal vijf weken kon ik eindelijk aan mijn revalidatie beginnen. Ik moest veel opnieuw leren. Het rijden in een rolstoel en leren lopen op protheses. Vanuit je rolstoel op de grond zitten en weer terug omhoog. Ik moest leren hoe ik over drempels moest komen en hoe ik andere obstakels vanuit mijn rolstoel kon overwinnen.

Kort voor de revalidatie had ik een week in het ziekenhuis in Afghanistan gelegen en vier weken in het Centraal Militair Hospitaal (CMH) in Utrecht. De revalidatie begon in het Militair Revalidatie Centrum (MRC) in Doorn. Ik werd voorgesteld aan een aantal verplegers en ik kreeg gelijk mijn trainingsrooster voor de komende weken. De overgang was enorm. Ik moest gelijk aan het werk. Terwijl ik in het CMH net gewend was geraakt dat alles voor me gedaan werd.

De revalidatie bestond uit (fysio) therapie en sporten, zoals fitness, badminton en tafeltennis. Ook kregen we vaak clinics van de sport afdeling, zoals rolstoelbasketbal, duiken en zelfs zeilwedstrijden.  Het fijne aan de revalidatie was dat ik steeds meer eigen verantwoordelijkheid en vrijheid kreeg. Ik kwam er stapje voor stapje achter wat ik al wel en nog niet kon.

Met een aantal jonge jongens zorgden we bovendien regelmatig voor feestjes. Lekker harde muziek draaien op de afdeling. Dat was wennen voor het verplegend personeel. Zij waren gewend aan rustige revaliderende oudjes. In totaal duurde de revalidatie twee jaar. Een half jaar daarvan was ik intern in Doorn. Anderhalf jaar reed ik heen en weer tussen mijn huis in Hilversum en het MRC in Doorn.

Mijn revalidatieperiode was een enorm drukke tijd. Niet alleen door de therapie, maar ook omdat ik alles moest verwerken wat ik had meegemaakt. Het verwerkingsproces nam veel tijd in beslag. Achteraf gezien was mijn periode van revalidatie echt een super tijd waar ik veel lotgenoten (militairen en burgers) heb ontmoet. Met de meeste van hen heb ik nog steeds contact.